Een autoreis door IJsland
“Karijn, jij wil ook op reis naar IJsland toch??” Echt waar, deze vraag was onnodig. Met de auto door dit ruwe vulkanische eiland. Watervallen, geisers, en smeltende gletsjers. Wie wil dat nou niet.
De lijst is best lang, ik wil nog veel zien. IJsland stond op redelijk hoog op de lijst, om nog wat ijs te kunnen mee maken. Dus zo gezegd, zo gedaan. In het voorjaar boekten Thamar en ik het vliegtuig, 4×4 auto en een hotel in Reykjavik. Zodat we in oktober nog een glimp van het noorderlicht konden zien.
Het is ons niet gelukt om bij de gletsjers te komen. Die reis afstand was te ver. Maar genoten heb ik wel en autorijden met heftige windkracht kan ik inmiddels ook ;).
Rijden door ongerepte natuur van IJsland.
Mijn favoriete momenten waren die waar weinig toeristen waren. Zelfs langs de westkust van Snaefellsjökull National Park stonden aan aantal bussen vol toeristen. Zodra we het binnenland inreden, kwamen we vaak alleen nog inwoners tegen.
Van Reykjavik omhoog naar Olafsvik en naar het zuidelijk gelegen Vik. Van mooi gekleurde landschappen, vulkanisch gesteente, watervallen en het zwarte strand. Elke stap die we maakten, elke kilometer die we reden keken we onze ogen uit. We werden naarmate elke dag verstreek stiller, met als resultaat dat we elke avond nog net genoeg energie hadden voor een warm maal zonder wijn.

Mijn favoriete plekken.
Boven aan het dorp, Vik, parkeerden we bij een klein kerkje met in de verte de rotsen van Reynisdrangar. We konden in stilte rondkijken. Het dorp hield een siësta denk ik, want het was er muisstil.
Rijden door het binnenland in het westen was best spannend, we moesten op zoek naar een bezinepomp voordat de tank leeg was. Die keren dat ik buiten de auto stond en Thamar er in bleef zitten, vond ik best eng. De auto stond flink te wiebelen dankzij de wind, waar zelfs de boten voor in de haven bleven. Maar het was de moeite waard. We kwamen uit bij Hraunfossar en Barnafoss. Een brede waterval, alsof het water zo vanaf het land de rivier in stroomt.
Voordat we bij het Snaefellsjökull National Park arriveerden, reden we over de lange weg met glooiende landschappen en kleine dorpjes die vaak alleen uit boerderijen en een kerkje bestonden. De zon die zo nu en dan door de wolken gluurde, zorgde voor mooie warme najaarskleuren.
Ik moet dan ook echt weer terug voor een 2e autoreis door IJsland. De 8 dagen waren tekort om nog meer moois te zien. Want IJsland is het land van het noorderlicht, wat nauwelijks met het blote oog te zien was. (Gelukkig had ik nog snel uitgezocht hoe het noorderlicht te fotograferen, want de foto laat het bewijs zien) Het land van de elven en rollende rotsblokken. En het land van de warm water bronnen, die wij helaas gemist hebben.

Langzaam werd ik stiller
Stiller naarmate de dag verstreek
Mijn liefde groeide
Groeide naarmate ik rond keek
Tips voor een autoreis door IJsland.
- Je kan gerust op eigen houtje door het land rijden. Wees wel slim wanneer je een lange route maakt, door deze al uit te stippelen met enkele overnachtingen.
- Hou rekening met langs afstanden. Vanuit Reykjavik naar het zuiden in Vik, ben je zo 4 uur aan het rijden. Wees voorzichtig als je van de wegen af gaat. Wij hebben dit niet gedaan, te weinig ervaring.
- Reykjavik is zeker de moeite waard om een paar dagen te blijven. Het is een mooie kleine stad om rond te slenteren voordat je het binnenland ingaat.
- Er zijn vele organisaties waar je bustouren kan boeken. Wij hebben dit 1 dag gedaan. Nooit weer. Maar ben je geen held, dan is het zeker een aanrader om de Golden Circle te boeken. Je rijd langs diverse uitkijk punten die de moeite waard zijn. https://www.wearetravellers.nl/europa/ijsland/de-golden-circle-ijsland/
Wil je het noorderlicht fotograferen. Maar weet je niet hoe. Binnenkort leg ik dit uit, maar tot die tijd mag je mij gerust een berichtje sturen.